Was nu de draad gebroken
en de weg versperd? Te
afgemat had je geen
weg meer kunnen vinden.

Alle paden leken dicht-
gegroeid. Het kruispunt
van de zeven wegen in
het duister even weg-
gewist of net gemist.

Je wankelde en zocht
excuus. Je had je in
de tijd of in de dag ver-
gist. Was het een
breken van de trouw?

Maar welke vriend,
vriendin bezoekt me,
riep, vervloekte je en
eiste om berouw. Ach,
riep niet iedereen banaal
de drukte wordt me
steeds fataal. De leugens
sleten met de tijd. Men
voelde weleens spijt,
maar schikte zich ge-
dwee. Een mooi contact
was iets dat zomaar brak.

De rest was barre eenzaamheid.